Richtlijnen bij het gebruik van scrolls

Scrolls en het gebruik ervan door Paul Goff

Ik heb deze tekst in 2004 vertaald op vraag van Paul. Het idée was dat deze vertaling bij de scrolls werdt gevoegd als extra service voor zijn Nederlandse en Vlaamstalige klanten.

Ik heb dit met alle plezier voor hem gedaan. 

RICHTLIJNEN BIJ HET GEBRUIK VAN SCROLLS

 

 

Bij opstellingen met Bonsai, Suiseki en kusamono wordt een scroll  als extra sfeerelement gebruikt. Meestal zal de scroll één van de vier seizoenen uitbeelden. In ieder geval zal de scroll altijd deel uitmaken van een bepaalde opstelling. In een opstelling gaan we nooit meer dan drie items gebruiken.

De volgende opstellingen zijn mogelijk.

 

Bonsai, accent en scroll.

Bonsai en scroll.

Bonsai, suiseki en scroll.

Suiseki en scroll.

Kusamono en scroll.

 

Bij een Tokonoma-opstelling is het belangrijk dat we vooraf duidelijk stellen wat onze bedoeling is. Gaan we een seizoen uitbeelden of gaan we simpelweg een bepaalde sfeer opwekken die hoort bij een natuurlijk landschap. Vooral wanneer we een scroll combineren met bonsai is het belangrijk dat de scroll ondergeschikt blijft ten opzichte van de boom. Ook mag de combinatie geen conflicten veroorzaken met de andere elementen zoals bijvoorbeeld de accentplant. De boodschap die we met de scroll brengen, moet subtiel en aanvullend zijn. De scroll moet dus het verhaal af maken binnen de tokonoma.

 

Wanneer we in een opstelling willen verwijzen naar een bepaald seizoen is het gewoonlijk de taak van ofwel de accent, ofwel de scroll om het komende seizoen aan te kondigen, niet zozeer om dit seizoen reeds in de volle glorie te tonen. In de natuur is er ook steeds sprake van verval en herstel. Bijvoorbeeld, in een winteropstelling kan een sneeuwvlok of een subtiele illustratie van een warmere lentedag op een scroll gebruikt worden zonder echt de lente uit te beelden. Een gelijkaardig voorbeeld is: Een opstelling van een den in de late zomer mag vergezeld worden van een scroll met een enkel herfstblad, verwijzend naar de komende herfst. Het zou totaal fout zijn om hier gebruik te maken van een totale herfstsfeer. De juiste dosering is dus zeer belangrijk. Het is voldoende om duidelijk te maken dat de tijd niet stil staat en dat er in de natuur steeds sprake is van voortgang en geen regressie. Een derde voorbeeld: Bij een tokonoma in het begin van de lente kan perfect gebruik gemaakt worden van een scroll met als afbeelding pas uitgekomen jonge vogels of jonge nestkuikens.

 

Het repetitieve in totaalopstellingen moet zeker vermeden worden. Als voorbeeld nemen we de opstelling met de den en het enkele vallende herfstblad. Het zou totaal verkeerd zijn om in deze opstelling in plaats van de den, een loofboom te gebruiken die zich reeds in een afrijpend stadium bevindt, vanwege de herhaling . Een ander voorbeeld is een opstelling in het vroege voorjaar met een bloeiende bonsai. Het zou niet evident zijn wanneer we op de scroll of op de accentplant eveneens bloemen tonen. Over rotsen groeiende bonsai mogen nooit vergezeld worden met afbeeldingen van stenen of beelden van berglandschappen. We gaan hier eerder kiezen voor afbeeldingen van insecten, vogels of eventueel de zon in de mist. Met andere woorden, natuurlijke elementen die in deze locatie kunnen worden gevonden.

 

De grootte van de scroll is eveneens een belangrijke factor. Herinner dat geen van de elementen dominant mogen zijn ten opzichte van de andere. We kunnen als ruwe richtlijn stellen: Hoe breder de bonsai, hoe breder de scroll en meestal ook korter zodat de algemene balans en harmonie behouden blijft. Het is tevens belangrijk dat eventuele bewegingen of richtingaangevende lijnen in balans zijn met de totale opstelling. Het is de bedoeling dat de focus van de kijker binnen de tokonoma blijft. Onnatuurlijke kleuren en gebruik van onzorgvuldig gekozen materiaal moeten zeker vermeden worden.

 

Om een juiste balans te verkrijgen in de opstelling zal veel aandacht gaan naar de plaatsing van de verschillende elementen. De hoogte waar de scroll wordt opgehangen bijvoorbeeld: Deze dient steeds hoger te worden opgehangen dan de andere elementen. Wanneer in een opstelling er zich drie elementen bevinden moeten we  steeds een ongelijkzijdige driehoek terugvinden tussen de middelpunten van elk object zodat in het hoogste punt van de driehoek de hemel of het universum wordt weergegeven. In het middelpunt staat de bonsai eveneens het punt waar de kijker staat. Als laagste punt vindt je de accent terug, die de aarde voorstelt.

Het gebruik van ongelijkzijdige driehoeken bij het plaatsen van de elementen onderling klinkt waarschijnlijk reeds bekend in de oren van de gemiddelde bonsailiefhebber, daar deze figuur eveneens  essentieel is bij de vormgeving van bonsai in het algemeen.

                                                                                                                           Ronny Vannuten