Bonsai gisteren en vandaag

Bonsai gisteren en vandaag: Ronny Vannuten 2019

Het is allemaal heel bescheiden begonnen eind 1985. Ik kreeg een uitnodiging om een opening bij te wonen van een nieuw verzekeringskantoor in Hasselt. De plaatselijke bonsaiclub was er om de boel wat op te frissen. Voor heel de toestand daar had ik weinig interesse. Wat me fascineerde waren de kleine boompjes in de hoek. Hier zou en moest ik meer van weten. Ik kreeg daar te horen dat er ook een afdeling van de vereniging actief was in het Antwerpse. Dus ik schreef me onmiddellijk in. De persoon daar had me verteld dat ik een tijdschrift zou thuisgestuurd krijgen.Na enkele weken zat er zo'n VBV ( Vlaamse bonsaivereniging) boekje in de bus. Ik verwachte veel van mijn eerste bezoek aan zo'n bonsaiclub. Maar buiten veel bier en koffie drinken heb ik daar niet veel gedaan. Nu, je maakt er wel vrienden die met hetzelfde bezig zijn en door gedachten te wisselen leer je toch bij. Je legt er een basis. Vooral de bibliotheek sprak me aan. Ik heb dan ook al de boeken verslonden die ik kon vinden, waaronder ook vele kijkboeken.

Na veel zaaien en stekken en een reeks mislukte experimenten wilde ik toch meer. Ik bezocht enkele bonsaizaken in de streek van Aalst en Brussel. Dat schonk al iets meer voldoening. Er stonden daar stukken van 100 jaar en meer. Ik had al gauw begrepen dat ik met stekken en zaaien dit nooit zou bereiken. Maar als je de prijzen bekeek leek dat voor mij onbereikbaar. Laat staan dat je die kunstwerken kapot maakt door slechte verzorging. Ik moest nog veel leren dat was duidelijk. Intussen had ik bewondering voor binnen- en buitenlandse bonsaimeesters tijdens hun demonstraties. Ze hadden niet meer dan 3 uur nodig om van een kontainerplant en pré-bonsai te maken. Hoe deden ze dat toch? Thuis zouden we dit ook proberen. Enkele niet te dure planten moesten eraan geloven. Dat bleek toch niet zo goed te lukken. Eén enkele boom schonk me toch voldoening voor die tijd.

Een tijd later (1989) op een zaterdag reed ik richting Aalst. Deze keer stopte ik niet carnavalstad. Rechtdoor was de boodschap. Zo kwam ik Wetteren terecht. "Ginkgo Bonsaicenter" stond daar in grote letters. " Danny Use" de naam klonk een beetje buitenlands maar er stond een stoere Vlaming achter de balie. De persoon verwees mij vriendelijk naar de tuin en ik mocht gerust rond kijken. Daar vond ik eindelijk wat ik zocht. Een reeks voorgesnoeide bomen leken voor mij het perfecte uitgangsmateriaal. Ik kreeg er de uitleg die ik nodig had. We gingen door met vormen. Stilaan kreeg ik een balans in de bomen. Het onderscheid tussen de verschillende bonsaistijlen werd me duidelijker. Toch zat ik nog met honderden vragen en onzekerheden. Ik besefte wel dat ik alleen kon bijleren door, te doen. Ik begreep ook dat veel wat ik vroeger had horen vertellen en wat ik gelezen had in boeken, dikwijls niet klopte.

Met een regelmaat bleef ik in Wetteren komen. Ik leerde er mensen kennen zoals bijvoorbeeld Leon Verdurme die blijkbaar al jaren meedraaide en op een zekere ervaring konden steunen. Waarom was ik hier niet vroeger naartoe gekomen? Het werd me al gauw duidelijk gemaakt dat ik daar niet moest komen om de toerist uit te hangen. Zo kreeg ik links en rechts een taak. Snoeien, ontdraden, water geven, enz... Dit was een test, dat was duidelijk. Wanneer de zaak werd overgebracht naar Lochristi bleek dat Danny steeds over een groot aantal vrijwilligers kon rekenen. Dus hier ook mocht ik niet ontbreken.

Intussen had ik ook een reeks workshops achter de rug. Tijdens deze workshops moesten velen regelmatig kritiek horen en dat was niet altijd opbouwend. Maar zo leer je en onthoud je bepaalde zaken het beste.

In 1993 werd KBK opgericht en dat was het beste wat me is overkomen in het bonsaigebeuren. De vaste kern bestond uit 10 personen. Maar daar hoorde ik nog niet bij. Eerst volgde er een praktisch en theoretisch examen. Ik was er helemaal niet gerust in en ik was duidelijk niet alleen. Maar het moest dan maar. Spijt heb ik daar niet van. Het was een hele eer om bij die groep te behoren.

Enkele jaren later en na 40000 km over en weer van Antwerpen naar Lochristi had ik intussen een 30 tal bomen en een reeks prebonsai. Mijn tuin is niet van de grootste dus elk plaatsje moet goed worden benut. Buiten een winterberging moest alles wijken voor de bonsai. De bomen staan op de daarvoor speciaal gemaakte standaarden of tafels. Ik maakte veel gebruik van stenen en lage beplanting waaronder varens en grassen. Een traditionele pagode, bamboestruik en azalea geven de tuin een Japanse tint. Een kleine waterpartij met tsukubai lokt vele kleine vogels.





25 jaar later: Intussen is de verzameling uitgegroeid tot 50 stuks. Een 10-tal bomen met elk zijn eigen verhaal worden nooit verkocht. Andere hebben plaats moeten maken voor betere kwaliteit in dezelfde soort. Ook jamadorii en dan vooral Pinus, Juniperus en Larix spreekt me zeer aan. Een reeks mooie bladverliezers tonen je de wisseling van de seizoenen en is dus een must in de collectie. Ik tracht een evenwicht te houden tussen loofbomen en groenblijvers. Ook Shohin kreeg zijn plaats en een ganse reeks accentplanten behoren tot de verzameling.




Wat maakt bonsai zo boeiend: Ik wil mezelf helemaal niet kunstzinnig noemen, maar naar mijn idée is dit de combinatie tussen kunst en natuur . Door de wisseling van de seizoenen en omdat bomen blijven evolueren wordt het steeds boeiender. Een mensenleven is waarschijnlijk tekort om alles wat bonsai te bieden heeft, te ervaren. De meesten beginnen er ook te laat mee. In Japan wordt het met de papfles meegegeven . Ze zullen daarom steeds blijven primeren. Uit recente evaluatie blijkt echter dat Europa door Japan van heel dichtbij wordt gevolgd en dat er veel interesse is vanuit Japan voor Europese boomsoorten.

De vraag om demo 's of voordrachten te verzorgen komt nog regelmatig. Ik kreeg hiertoe vroeger ook de kans. Vooral simultaandemo's kwamen aan de orde. Het Demonstreren bleek niet echt mijn ding te zijn. Demo's geven is een vak apart en ik heb bewondering voor mensen zoals Marc Noelanders, Kevin Wilson en Marco Invernissi die dit vakkundig doen. Het is een vorm van entertainment geworden. Ik ondervind bij mezelf dat ik betere resultaten boek wanneer ik rustig en niet overhaast moest beslissingen nemen. Daar doe je het toch voor. De gezondheid van de boom moet primeren. Gelukkig is het geven van demo's vandaag ook mee geevolueerd en weten deze demonstratoren ook hoever ze kunnen gaan met deze startplanten. Ik blijf liever op de achtergrond en ik tracht 25 jaar opgebouwde kennis persoonlijk over te brengen op mensen die mijn vertrouwen gewonnen hebben via één op één begeleiding bij mensen thuis en via workshops.

Intussen doe ik deze maandelijkse worskshops reeds meer dan 15 jaar en ik amuzeer me daar. Het is ook een leerschool en telkens weer een opfrissing van de beginselen en de basis van de bonsaikunst. Ik werk zowel met beginners als gevorderden. Blijkt ook dat mededingers meer en meer content huiswaards keren na de cursus en dat er intussen heel wat mooie projecten zijn opgestart.

Vandaag na 34 jaar wil ik me blijven concentreren op goede Japanse import, inheems materiaal en veelbelovende jamadori. Ik heb nu de tijd om me in de toekomst verder te blijven verdiepen in het bonsaitechnieken en trachten het niveau van de collectie een stapje hoger te krijgen. Ik ben ook aan een tijdje bezig met alles neer te schrijven. Niet zozeer om een boek uit te geven maar vooral om mezelf te testen en eventueel te kunnen terugvallen op soms ingewikkelde technieken die je niet alle dagen uitvoert. Je staat ervan versteld hoeveel info je kan verzamelen uit eigen ervaringen. Momenteel reeds 380 pagina's met een 600 tal foto's en nog veel te gaan.

Afgelopen decenia was de Ginkgo-Award en de Noelanders trofee de standaard in Europa. De lat wordt elke keer weer hoger gelegd. Ik ben er vanaf  1997 in geslaagd om telkens minstens één boom op de Ginkgo-Award en NT. te zetten.




Vandaag blijkt het al heel wat moeilijker om een boom op een top tentoonstelling te krijgen. Goed ook maar want zo krijgen enkel de bomen die het verdienen er een plaats en wordt nog maar eens het kaf van het koren gescheiden. Bonsai die nu niet door de strenge selectie geraken krijgen misschien volgende keer een kans. De selectie wordt nu gedaan op extra verfijning en timing en techniek. De boom moet echt op zijn hoogtepunt worden aangeboden. Minder bomen met een hogere kwaliteit is de trend. Spijtig misschien dat hierdoor de persoon achter de boom meer in de kijker loopt dan de boom zelf. De aanpak wordt professioneler op alle vlakken en in Europa lopen er niet te veel bonsaiisten rond die hun bomen zelf tegen een bepaalde datum tot op het hoogste niveau kunnen liften.